Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [43]Daar zal Ik David een hoorn doen uitspruiten; Ik heb voor [44]Mijn Gezalfde [45]een lamp toegericht. 43. Dat is, Ik zal te Jeruzalem Davids koninkrijk en macht vermeerderen, gevende hem zijne zonen tot navolgers in het koninkrijk en voornamelijk den geestelijken Koning Christus. Zie Luk.1:69; en hfdst.75 vs.5, en hfdst.89 vs.18,25. 44. Dat is, den koning David. 45. Versta door de lamp even hetzelfde, dat tevoren door den hoorn is beduid, te weten de nakomelingen Davids in het koninkrijk, en voornamelijk Christus. Zie 1 Kon.11;36, en Luk.2:32.